Lezen, soms komt het er écht niet van …
Van de stapel die een maand geleden meekwam uit de bibliotheek is nog nagenoeg niets gelezen,
en daar zijn verschillende redenen voor.

Een beetje gelezen in de biografie van Hannah Arendt (niet zo vlot leesbaar),
een paar interviews uit De Werkkamer, met Vlaamse en Nederlandse dichters
(wel interessant, maar niet om al die verschillende interviews na elkaar te lezen),
een paar gedichten uit Koor van Peter Verhelst
(zeer intrigerend, maar geen lichtvoetige poëzie),
een paar bladzijden in Zonder trommels en trompetten van Jeroen Brouwers
(overal in het boek onderstrepingen en aanduidingen in potlood,
en dat is niet ‘leesbaar’)

(nog) niets in Kafka is dood van Thijs Feuth …
Maar,

Zomerboek van Tove Jansson: dát was fijn lezen.
Kek kreeg de tip na haar vorige leespost.
Dat boek is echt een pareltje,
om met mondjesmaat te degusteren.
Kek is er onmiddellijk opnieuw in begonnen als het uit was,
om de traagheid en de eenvoud van ‘zomer op een eiland’ nog even vast te houden.
Zomerboek gaat over een gezin dat tijdens de zomer op een klein eiland verblijft,
ergens in de Finse bocht.
Er is Sophia,
het kind, dat toch al enige zelfstandigheid heeft, redelijk eigenzinnig is en af en toe serieus humeurig. Sophia woont in het kinderhuisje.
Er is de grootmoeder,
die oud en krakkemikkig is, veel leest, vreemde dieren uit hout snijdt, in ‘t geniep sigaretten rookt en die op gezette tijden chagrijnig wordt.
De grootmoeder woont in de logeerkamer.
Sophia en de grootmoeder, ondanks dat we van geen van beiden de leeftijd te weten komen, krijgen al na een paar hoofdstukken iets vertrouwd: nu eens herkent Kek zich in de grootmoeder, dan weer in Sophia.
Ze ziet hen zo over het eiland lopen.
Tussen die twee is een zalige verstandhouding.
Ze zijn bijzonder eerlijk en soms
zonder genade voor elkaar, maar ook bezorgd,
en ze hebben allebei een hang naar magie.
Daarnaast is er de vader, die voornamelijk aan-tafel-werkt, uit vissen gaat en boodschappen doet.
De verhalen gaan vooral over de belevenissen van Sophia en de grootmoeder, en natuurlijk over de zee, het water, de rotsen, de grot, de ravijn, het spookbos, de wind, de natuur, …
Kek zou heel het boek kunnen overtypen
-er zit zoveel wijsheid en schoonheid in elk verhaal-
maar ze zal het bij een paar fragmentjes houden!
Om te beginnen met eentje dat de grootmoeder wel een beetje typeert.
De zee lag er spiegelglad bij, en was zo kleurloos dat je nauwelijks kon zien dat hij blauw was. De grootmoeder zat midden in de boot onder een paarse parasol. Ze had een hekel aan paars, maar er was geen andere parasol en bovendien was het een mooie kleur, net zo licht als de zee. Vanwege de parasol leken ze je reinste zomergasten, wat ze niet waren. Het gezin legde lukraak aan, want er was geen lijzijde, alles was lijzijde.
Ze droegen hun spulletjes aan land en zetten de boter in de schaduw. De rotsen waren heet onder hun voeten. De vader stak de parasol in een rotsspleet, daar kon de grootmoeder fijn op een luchtbed liggen. Ze zag ze elk een andere kant op gaan en het eiland was zo groot dat ze algauw kleine stippen waren die zich langs de waterkant voortbewogen. Toen kroop ze onder de parasol vandaan, nam haar wandelstok en ging haar eigen kant uit, maar eerst legde ze een knoedel truien en badjassen op het luchtbed zodat het leek of ze sliep.
Sophia en de grootmoeder voeren veel gesprekken!
Zoals, bijvoorbeeld:
‘O,’ zei de grootmoeder. ‘Goed dat ik het weet. Nu ben jij aan de beurt.’
‘Mogen engelen naar de hel vliegen?’
‘Natuurlijk. Want er kunnen een hoop vrienden en kennissen van ze in de hel zitten!’
‘Nu heb ik je!’ riep Sophia. ‘Want gisteren zei je dat er geen hel bestaat!’
Haar grootmoeder kwam geïrriteerd overeind zitten. Ze zei: ‘Daar denk ik vandaag nog net zo over. Maar wat we nu doen is gewoon een spelletje spelen.’
‘Het is geen spelletje. Over God praten is een serieuze zaak.’
‘Hij zou nooit zoiets doms bedacht hebben als het maken van een hel!’
‘En of hij dat gedaan heeft!’
‘Nee dat heeft hij niet gedaan.’
‘Jawel! Een grote, machtige hel!’
De grootmoeder stond veel te snel op, want ze was boos. Het hele weiland tolde om haar heen en ze stond op het punt haar evenwicht te verliezen.
Ze wachtte even en zei: ‘Sophia. Dit is niet iets om ruzie over te maken. Je begrijpt vast wel dat het leven al moeilijk genoeg is zonder dat je er naderhand voor gestraft hoeft te worden. Het gaat erom dat je getroost wordt.’
Op een keer vond de grootmoeder een grote witte ruggenwervel in het zand. Die was te hard om te bewerken en ze had hem toch niet kunnen verfraaien, daarom legde ze hem gewoon zoals hij was in het spookbos neer. Ze vond nog meer botten, sommige wit, andere grauw, allemaal door de zee aan land gespoeld.
‘Wat voer je toch uit?’ vroeg Sophia.
‘Ik speel,’ antwoordde de grootmoeder.
Sophia kroop het spookbos in en zag wat haar grootmoeder allemaal gemaakt had. ‘Is dit een tentoonstelling?’ vroeg ze. Maar de grootmoeder zei dat het niets met beeldhouwen te maken had, beeldhouwen was iets heel anders.
Ze begonnen samen langs de waterkant naar botten te zoeken.
Zoeken en vergaren is iets aparts, omdat je alleen dát ziet waarnaar je zoekt. Als je veenbessen plukt zie je alleen wat rood is, en zoek je botten, dan zie je alleen wat wit is; waar je ook loopt, je ziet niets anders dan botten.
Dat is toch echt zo waar! Kek maakt dat elke keer mee als ze padden gaat overzetten. Soms is ze zo gefocust om salamanders te zien, dat kikkers en padden over het hoofd gezien worden…
En wat met deze vaststelling?
Iedere zomer worden de nachten ongemerkt donkerder. Op een avond in augustus moet je voor het een of ander naar buiten en opeens is alles pikzwart, er heerst een grote, warme, zwarte stilte om het huis. Het is nog zomer, maar het leven is eruit; de zomer is zonder verdorring tot stilstand gekomen en de herfst is nog niet klaar voor zijn entree. Sterren zijn er nog niet, alleen duisternis.
Het boek zit echt vol met fijne observaties van en bespiegelingen over mens en natuur.
Kek zou nu eigenlijk ook wel graag een Winterboek van Tove Jansson willen lezen!
En ze zal alleszins eens op zoek gaan naar de kinderboeken die Tove Jansson geschreven heeft.
Over de Moemin gaan die…