bedenkingen, Snor

Drempels

Naast de officiële feestdagen en de schoolvakanties die het jaar automatisch in ‘stukken’ verdelen,
 kent Kek haar jaar nog grofweg vier drempels.

Haar verjaardag, 
en die drempel wordt hoger met de leeftijd.

De belastingaangifte, 
waar ze vroeger geen omzien naar had, 
maar sedert Snor zijn vertrek, elk jaar de nodige stress voor heeft. 
Gelukkig is er tegenwoordig Tax-on-web en heeft ze bij haar bank een adviseur waar ze bij terecht kan voor aftrekposten.

Het GCF, 
met het grote opruimen vooraf,
 de lange boodschappen- en todolijstjes,
de schrik om ‘niet genoeg’ te hebben, … 
Die drempel wordt niet echt hoger, want sedert een paar jaar is er een heus feestcomité met al enige routine en is dus ook de zorg gedeeld.
En voor gezelligheid in huis betalen we graag een prijs …

De vierde drempel is 14 februari.
Die is nog steeds hoog.
Kek ziet hem al van ver opdoemen.

Gelukkig is er in die periode ook al af en toe wat lente in de lucht, 
beginnen de dagen te lengen en de padden te trekken.
De mezen roepen en de krokussen bloeien.
De eerst bloeiende krokussen waren voor Snor altijd het moment om te gaan kijken of er al activiteit bij de bijen was.
 Met een temperatuur die niet boven de 5°C uitkomt,
zijn er nu nog geen zoemers gesignaleerd.




Standaard
bedenkingen

Dag van

Zondag 15 januari is het wereldreligiedag.
In Spanje is het dan ook dag van de sneeuw.
Amerikanen hebben hun National Nothing Day op 15 januari.
Daarnaast is het dan ook nog eens Wikipediadag. 
Maar eigenlijk is dat gewoon een verjaardag. 
Wikipedia werd officieel gelanceerd op 15 januari 2001.
Dat zijn vier ‘dagen van’ op één dag …

Een dag eerder, 14 februari was het dag van de logica, 
en verjaardag van Snor en Anna. 
Ja gewone verjaardagen zijn er ook nog.
De 16de is het dan Blue Monday of de meest depressieve dag van het jaar.
 Wie vindt het uit?
Dinsdag 17 is de dag van het Jodendom.

Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een ‘dag van’.
In januari staan ondermeer nog te gebeuren 
de dag van werkplezier in de zorg,
van zorgvastgoed,
fetisch,
handschrift,
pindakaas,
douane,
Enzovoort, enzoverder. 
Voor de dag van de afvalligheid is het nog wachten tot 22 augustus.

Sommigen hebben zelfs niet genoeg aan een dag. 
Ze maken er ineens een week van, zoals de week van de
vrijwilligers,
valpreventie,
smaak, 
huisdieren …

Kek zou eens een week van de boom willen! 
Een week waar bomen met andere (respectvolle/dankbare) ogen bekeken worden 
en waarin er geen boom omgehakt mag worden.
Geen oude en geen jonge, geen levende en geen dode, geen kromme, geen zieke, geen lelijke …
Er is natuurlijk al de week van het bos, maar ook de bomen die niet in een bos staan verdienen een week.
Of weet je, maak er ineens een jaar van, 
dan zijn in een beweging ook alle kerstbomen veilig.
En het klimaat zal er wel bij varen.

Afgezaagde sparren liggen nu gewoon op straat, afgedankt, en klaar om opgehaald te worden.
Hoe zielig is dat?





Standaard
bedenkingen, familie

De tijd van toen

Het is herfst, en eigenlijk is die al vergevorderd.
Het is niet te vatten dat november ook al halverwege is.
In de herfst wordt Kek altijd een beetje nostalgisch,
weemoedig zeg maar.
In een herfst die nog altijd nazomert is dat niet anders.
Hier dus even, voor de winter begint,
een paar nog zeer levendige herinneringen aan de tijd van ooit,
toen veel dingen beter waren en het in elk geval helemaal anders was …

Ooit, vanaf 1952 woonde Kek in de Kapellestraat te Emelgem.
(Dat adres veranderde later in Kapelstraat, 4, Izegem)

Die straat was in de beginjaren niet eens verhard en zat vol putten, 
en als het geregend had stonden overal plassen.
Of er een voetpad was, is uit de herinnering verdwenen, maar dat moet haast wel?
Er reden in elk geval auto’s door de straat, 
niet veel, maar ze reden er.
En zo gebeurde dat Kek, trots in een zeldzaam nieuw kleedje door de straat liep, en helemaal bemodderd werd door een langsrijdende auto.
(En daarna ook nog de toorn van haar moeder over zich kreeg.)

In de Kapellestraat hadden we buren.
Buren waarbij we op de muur konden kloppen (bonken)
en over de scheidingsmuur om “een paar sneden brood” vragen,
buren waarbij we peterselie gingen halen uit de tuin,
(ze hadden er toch altijd teveel)
buren die kwamen manillen, en waarbij Kek haar ouders gingen manillen,
buren die kleren herstelden,
buren waarvan de kinderen naar dezelfde school gingen,
buren waar we niet mee omgingen, maar wel veel over wisten.

Aan huis kwamen bakker en beenhouwer,
groentenboer, brouwer en melkboer,
elk op hun vaste dagen,
en op vrijdag kwam de visboer langs.
Zelfs Sinterklaas kwam aan huis, om in zijn dik boek te noteren wat wij allemaal wilden.
(En nooit kregen …)

We gingen te voet naar school, Kek naar de meisjesschool, 
gescheiden van, maar nog wel even naast de jongensschool.
Eerst onder de supervisie van Nicolleke De Blauwe,
 dochter van de schoolmeester die op de hoek van onze straat woonde,
later alleen.
Uitzonderlijk, als het heel hard regende kwam Kek haar vader ons na schooltijd ophalen met de auto.
Hoeveel kinderen er in de oude groene Chevrolet pasten heeft Kek nooit geteld, maar alle kinderen uit de straat reden dan mee. Tenminste die van de bovenvermelde buren waar we mee omgingen.

Op de speelplaats stonden verschillende grote notenbomen.
Wie vroeg op school was kon zijn zakken vullen!
Ook bij de grootouders uit de Guido Gezellestraat stond een notenboom, 
maar meme was heel streng op het verprutsen, lees met de voet kraken, van noten …


Op de speelplaats, met op de achtergrond twee notenbomen

Na school ging Kek, zeker vanaf het derde leerjaar vaak even met haar toenmalig vriendinnetje spelen. Het allerleukste was ‘over de beek springen’.
Een beekje van niets maar toch spannend door de diepte en de steile wanden.
Op woensdagnamiddag, of op zaterdag, werd er met het overbuurmeisje vaak Monopoly gespeeld, of we oefenden op hun schommel en trapeze, en soms speelden we doktertje. Omdat Grietje, zoals dat buurmeisje heette, een zwakke gezondheid had, en soms moeilijk ademde, had Kek eens maïskorrels in haar neusgaten gestopt.
Dat was natuurlijk niet zo’n goed idee …


Monopoly met Grietje, 1960?

We hadden niet veel tot niets, maar we hadden ruimte, en tijd!
“Het plein” waar de boomstammen gelost werden om leesten uit te maken,
de zagerij, de drogerij,
het “kokers kot” waar een bak vloeibare paraffine stond om de uiteinden van de houtblokken van de lucht af te sluiten,
de leestenfabriek, 
de “macadam” tussen de zagerij en de leestenfabriek


Het plein, met op de achtergrond het huis, nog zonder buur

Tantes zorgden, zeker in vakantieperiodes voor afwisseling.
Mee met Trees naar haar school in Rumbeke, met Edith pannenkoeken bakken in een vreemd hok achter het huis van de grootouders, met tante Jeanne de twist leren …
In de Kapellestraat was nagenoeg alles volstrekt voorspelbaar, 
tot en met de dagelijkse menu!

Met Tante Jeanne, zomer 1953

Met tante Edith, en Bobbie

 Met tante Edith en tante Trees, en broertje Filip


In de tuin bij meme Vanderschaeve

Zondags, na de mis waarvoor we helemaal naar de Paters Kapucienen in Izegem reden,  werd er met Kek haar vader gewandeld. Meestal ging het door de velden helemaal naar het Ardooie Veld, toen het enige plekje met bomen, nu allicht nog steeds.

(Familie)feesten werden gewoon thuis gevierd, en stelden niet veel meer voor dan uitgebreid aan tafel zitten, en naderhand kaarten.
Raar dat er zoveel volwassenen in het huis van de Kapellestraat pasten.
Verjaardagen werden gewoonlijk vergeten…

Zomer 1952


Mei 1956

Niet alleen de foto’s waren in die tijd zwart-wit,
 het leven was dat ook.
Het waren simpele tijden,
met duidelijke “wetten”,
en voldoende ontsnappingsmogelijkheden,
 met warme zomers en ijskoude winters, 
waarin soms zelfs de vaart dichtvroor.

Af en toe zou Kek die sfeer van toen even terug willen beleven.
Haar lagere schooltijd dus, toen er nog geen tv in huis was,
 (wel bij de grootouders twee straten verder)
en pas op het einde een bad.
(wel bij de grootouders twee straten verder, en dat badwater werd met hout verwarmd)

De tijd waarin Kek haar vader extra verhaaltjes kwam vertellen als ze ziek in bed lag,
waar er als vieruurtje na schooltijd een berg boterhammen met confituur klaarstond,
waar het huis met hout en kolen verwarmd werd
en er boven in de winter ijsbloemen op de ramen stonden,
 
de tijd waarin alles, maar dan ook alles voorspelbaar was
en waar verveling vaak op de loer lag,
maar waar we gelukkig wekelijks voor een lading boeken naar de bibliotheek konden,
 tot alles daar uitgelezen was …

Kek heeft nog zoveel herinneringen, 
aan de winkeltjes uit die tijd,
aan ons “clubhuis”,
aan de verplichte speelpleinen tijdens de zomervakanties,
de logeersessies bij nonkel Pastoor,
de slappe-lach-namiddagen bij meme Vanderschaeve,
de rozijnen in jute zakken in de bakkerij van pepe Bakkers,
de muziekschool en de VOLLMA-concerten,
aan situaties in de klas,
aan middagdutjes
en bezoeken aan Amerikaanse oorlogskerkhoven,
aan tante Nonne en de Carmel
….
….
….
Het was een ongecompliceerd, sober bestaan, een bestaan dat we ons nu, 60 jaar later, 
amper nog kunnen voorstellen.
Eigenlijk was toen alles aanwezig voor een goed leven?
Of stelt Kek het zich te romantisch voor?
En wanneer is de grote ommekeer ingezet?

En:
zou het later ook zo zijn dat het vroeger (nu) beter leek?
Het kan inderdaad altijd erger …

Standaard
bedenkingen, Schilde, tuin

Ondertussen in Schilde

Kek woont dus in Schilde en ja,
echt, er zijn plaatsen waar het minder goed wonen is.
Waar er minder groen is,
waar er minder wandelmogelijkheden van huis uit zijn,
waar er meer verkeer voor de deur is,
waar er op wandelafstand geen Bioshop en geen Dobbelhoeve zijn,
waar geen goed werkende Natuurpuntafdeling is
… … … 


Maar …
Er is jammer genoeg altijd wel weer een maar.
Als je vergelijkt met pakweg 40 jaar geleden, 
de tijd dat we hier kwamen wonen,
dan is de leefomgeving hier in Schilde er toch duchtig op achteruitgegaan.
Gezellige villaatjes maakten (en maken) plaats voor appartementsblokken, 
villa-appartementen weliswaar, met standing, en altijd exclusief.
Alles wordt volgebouwd en alles wordt steeds megalomaner.
En wat mogelijk nog erger is, 
overal waar gebouwd of herbouwd wordt,
worden eerst a l l e  bomen geveld.
‘We willen wel in een groene gemeente wonen, 
maar hebben in de eigen tuin toch liever een strak gazon, 
een onderhoudsintensieve (personeel) tuin met niet-inheemse planten,
een zwembad,
en een ruime oprit voor onze wagens.’

Meer bewoning geeft meer verkeer. 
Waar er vroeger in Kek haar straat pakweg 5 auto’s per dag passeerden, 
zijn het er nu wel 20 per uur.
De bewoning is zeker toegenomen, 
ook de scholen in de buurt hebben succes.
Er is ook meer haast, zodat de geldende snelheidsbeperking maar zelden nageleefd wordt.
Omdat alle aangelegde tuinen wekelijks of tweewekelijks door een tuinbedrijf getrimd moeten worden, tot de bermen toe, is er ook meer lawaai.

En kijk! 
Eindelijk, EINDELIJK is er eens iemand die een agendapunt heeft toegevoegd voor de komende gemeenteraad (20 juni) waar de ontbossing en de ontboming wordt bevraagd!
Hier komt het:

17. Milieu – Ontbossingsrapport en kapvergunningen (Pieter-Jan Fraussen – Groen) – Vraag om toelichting
Groen parlementslid Mieke Schauvliege verzamelde eind vorige maand alle mogelijke ontbossingscijfers voor de Vlaamse Provincies en gemeentes.
In het rapport werden cijfers gebruikt van de periode tussen 2014 en 2022. De provincie Antwerpen staat op kop.
Ook voor onze gemeente is er een ontbossingsrapport.
Een aantal cijfers:
In de periode tussen 2014 en 2022 is er in Schilde meer dan 218000m2 ontbost.
Schilde staat daarmee op een triestige 19e plek van de 270 gemeentes.
Onze gemeente staat ook op nr. 6 van de 76 gemeentes waarvan cijfers beschikbaar zijn als het gaat over verleende kapvergunningen.
In verhouding mogen we dan nog veel beboste oppervlakte hebben, tegen dit tempo gaat er niet veel overschieten.
In onze gemeente worden er nog veel te veel én gemakkelijk kapvergunningen verleend en dan vooral in woonparkgebieden. Die woonparkgebieden zijn niet te onderschatten en vormen een belangrijk groen en waardevol gebied.
De verantwoordelijkheid ligt bij onze gemeente, dringend tijd dat we strenger worden in ons kapvergunningen beleid.


En dan is er dit artikel:

Het is zoals altijd fijn om te merken dat er toch nog gelijkgestemde zielen rondlopen!
En het tij moet ooit eens keren?

Ondertussen geniet Kek van de oase die haar tuin toch wel is,
waar het geurt en zoemt,
ze geniet van de struiken en de bomen in haar eigen kleine wildernis,
van haar moestuin, van haar bessen
en van de vele vogels die ‘s avonds een slaapliedje en
‘s morgens ‘tijd om op te staan’ -fortissimo- fluiten!



En ja, het gras is ‘te lang’,
de berm ligt er ‘onverzorgd’ bij,
(Kek vindt zelfs in het donkerste donker moeiteloos haar huis),

en soms waait er wel eens een tak uit een boom,
maar de (klein)kinderen kunnen er heerlijk niksen, 
rustig lezen,
verstoppertje spelen, 
ontdekkingen doen,
een kamp bouwen,
helpen,

Zoals in een vorige blog al gezegd:
Kek is nog niet weg uit haar paradijsje.
Als er nu nog eens een trein of een tram in Schilde langskwam,
dan was het echt helemaal goed!
Standaard
bedenkingen, cultuur

Inner Travels

Innerlijke reizen, Inner Travels dus, vormen de basis van het werk van Rinus Van de Velde.
Dat is heel letterlijk te nemen.
In zijn hoofd fantaseert de kunstenaar een wereld, of beter stukken wereld, waarin hij dan rondwaart alsof hij op reis is.
 Maar vergis je niet. Het is niet omdat hij zijn atelier niet uitkomt dat hij niets van de wereld afweet!
De tentoonstelling Inner Travels in Bozar past perfect binnen het thema van Europalia, TRAINS AND TRACKS.

In de eerste zaal staat een treinwagon, deels locomotief, 
waardoor we al meteen in de stemming zijn: 
de trein is immers altijd een beetje reizen!
De treinwagon is helemaal gemaakt uit hout en karton, tot het pakje sigaretten en de pellen van zonnebloempitten toe. Hij moet dienen als decor voor een film.


Kek houdt het meest van de houtskool werken. Onwaarschijnlijk hoe Rinus daar gigantische doeken mee maakt. Het lijken wel 3D-werken, en je hebt er geen speciale bril voor nodig!


In dit laatste werk, 
Try leaving behind the realm of your imagination and it will haunt you like a ghost,
probeerde hij een abstract werk te maken.
Hij kon zijn verbeelding niet in bedwang houden, en daar was de vos!


Ook zijn oliepasteltekeningen zijn geweldig, de onderschriften, of het bijhorend verhaal vaak fijn grappig. Geestig zou ons Bomma gezegd hebben.
Hij baseert zich vaak op bestaande werken van kunstenaars die hem inspireren,
om er zijn eigen versie van te maken.
Meestal hangt er dan ook werk van de kunstenaar waarop Rinus zich baseerde, zij het niet altijd hét werk waarop hij zich baseerde.
Absoluut een meerwaarde voor de tentoonstelling!
Een paar voorbeelden 


Geïnspireerd op een werk van Pierre Bonnard (Maison parmi les arbres)

Kleurpotloodtekening naar het romantische werk van Caspar David Friedrich (Der Wanderer über dem Nebelmeer)

Een grapje voor David Hockney


Naast tekeningen zijn er werken in keramiek. 
Rinus noemt ze “asbakken”.
Ook deze vertellen een verhaal.



Joseph Beuys seconds after his plane crashed


Assembly line

In een van de laatste zalen staan ook grote bouwsels in karton.
Beetje raar, maar Rinus is ook een beetje raar?

Ook de grote machine (geinspireerd op een machine van de pionier van kinetische kunst Jean Tinguely) vult een hele zaal en lijkt wel een hele rare eend in het geheel.


Maar, in de voorlaatste zaal speelt de nieuwe film “La Ruta Natural”
en één voor één duiken de attributen uit de vorige zalen op.
Een persoon met een Rinus-masker waart rond in een bizarre wereld, 
bedient die machine, 
rijdt rond met die auto over die rotsachtige berg.
Er komt ook een onderwatertafereel in de film, en kijk, in de laatste zaal vinden we een soort onderwaterkijkdoos!

Kek zou heel graag nog eens gaan kijken, maar jammer genoeg eindigt de tentoonstelling op 15 mei. In elk geval zal ze het voorbeeld van Rinus Van de Velde volgen. Nu reizen nog niet volop kan, door COVID en door de oorlog in Oekraïne, moet ze maar een beetje meer in haar hoofd reizen


Ook nog een vermelding waard is de film Berkeley’s Island van Guy Ben-Ner. 
Ook deze kunstenaar creëert in zijn keuken een fictieve eiland, waar hij dan vanalle avonturen op beleeft.
De film dateert al van 1999 en is heerlijk absurd!
Hier kan je een kijkje nemen!
Standaard
bedenkingen

Ouder worden

Het 8ste decennium is begonnen!
Verjaren, 
het is er steeds sneller, en Kek ziet er steeds minder naar uit.
Het is lastig om mentaal nog jong te zijn en fysiek meer en meer versleten te raken.
Met uitzondering van gynaecoloog voor de volstrekt normale toestand van zwanger zijn, kwam Kek vroeger zelden of nooit met doktoren in aanraking. Ondertussen is daar een klein beetje verandering in gekomen…

Twee keer per jaar naar de tandarts
Om de twee jaar naar de oogarts
Om de drie jaar naar de cardioloog
De gynaecoloog zou ook nog eens moeten …
En wacht, de dermatoloog eigenlijk ook

Jaarlijks bloedonderzoek, urinetest, stoelgang onderzoek
Het laatste jaar ook nog drie COVID-prikken
En steeds meer kwaaltjes
waarmee een bezoek aan de huisarts zich opdringt
Dat bezoek eindigt dan vaak met enkele doorverwijzingen:
een scan, een echo, een RX, een cystoscopie,
of gewoon een aantal sessies bij de kinesist

De medische medemens wordt rijk van de mens op leeftijd
Ook medicatie is er à volonté
Een beetje ‘s morgens, wat ‘s avonds
Driemaal daags voor of na het eten
Binnenkort begint allicht ook de discussie over nieuwe onderdelen
Een nieuwe knie, of misschien een nieuw heupje, iets met implantaten

Het lijf raakt versleten, beetje bij beetje, onherroepelijk
Gelukkig hoort Kek nog goed
Over een hoorapparaat moet ze zich dus alsnog niet druk maken …

En daarbij, zolang we naar zee kunnen is nog lang niet alles mis

Standaard
bedenkingen, Uncategorized

Een huis, vol herinneringen

Stel dat je moet vluchten, zoals duizenden mensen uit Oekraïne momenteel, 
wat neem je dan mee uit je huis?

Al die spullen die jarenlang verzameld en gekoesterd zijn, 
waarmee een huis voller en voller raakt, 
wat steek je ervan in je koffer?
(Gesteld dat je de tijd hebt om een koffer te vullen)

Kek heeft de laatste week veel nagedacht.
Over spullen, en hoe alles in haar huis een verhaal vertelt,
hoe naast foto’s ook voorwerpen hun verhalen meedragen,
en hoe ze moeilijk in een Marie Kondo huis zou kunnen leven.
(Een beetje Marie Kondo zou misschien niet slecht zijn)

Hier zijn het volle kasten en schuiven, 
dozen en plastic bakken,
de kelder en de zolder volgestouwd,
de muren, elk horizontaal vlak vol,
vol met spullen, oud en versleten, kapot zelfs
of nieuw en nooit gebruikt, maar altijd met een verhaal…

Een heel leven in prullaria, memorabilia, practicalia, parafernalia, varia … 
zelfs het aantal categorieën groeit aan.

Boeken en doeken,
foto’s en brieven,
vaasjes en plantjes,
zand en stenen,
schelpen en zaden,
veren en skeletjes,
spellen en puzzels,
een kast vol kleren,
lakens voor veel slapers,
kunstwerken en kunstige werkjes,
tekeningen en knutselwerkjes van kinderen en kleinkinderen …

Kek zou al zeker zeer veel moeite zou hebben om kleiner te gaan wonen.

Om maar een voorbeeld te geven uit de categorie practicalia: 
als Kek ergens een vijsje, een paperclip, een stuk touw … ziet liggen, 
dan gaat dat mee naar huis,
en wordt er idealiter gesorteerd bij soortgenoten, voor potentieel later gebruik. 
De meeste mensen gooien veel van die kleinoden gewoon weg, en kopen als de behoefte zich voor doet gewoon nieuw. Kek niet dus, maar als ze dan eindelijk dat ene ding waarvan ze zeker is dat het ergens in huis is, nodig heeft, ja, dan vindt ze het niet, koopt er een nieuw en komt het een paar dagen later toch tegen.

En ja, stel nu dat je moet vluchten voor oorlog en geweld, 
zoals duizenden Oekraïners momenteel, 
en je niet weet wanneer, en of je ooit nog terugkeert, 
en als je terugkeert of jouw huis er nog zal zijn,
wat neem je dan in godsnaam mee van die verzameling schatten?

De tuin zou sowieso niet mee kunnen, en dat zou ook vreselijk zijn?
En wat met Billy …

Standaard
bedenkingen, Schilde, Wandelen/natuur

Bomen!!!

Kek houdt van bomen. 
Natuurlijk houdt ze van nog veel meer in de natuur,
maar bomen bekleden een bijzonder plaatsje,
alle bomen.

Sterke bomen, knoestige oude bomen, ranke bomen, jonge ijle boompjes, 
gegroefde bomen en gladgeschorste bomen,
bemoste bomen en bomen vol zwammen,
loofbomen en naaldbomen,
alleenstaande bomen, bosbomen, 
knotbomen, parkbomen, laanbomen,
zieke bomen, omgevallen bomen, dode bomen,
fruitbomen, notenbomen, kastanjebomen,
leibomen en treurbomen,
klimbomen, speelbomen,
inspirerende bomen,
stambomen (euhm)

Zoveel kunstenaars hebben iets met bomen. 

Marionette van de Finse kunstenaar Antti Laitinen is een videowerk.
Kek zag het in Damme.

Strangler, Héctor Zamora: rond een gigantische Oostenrijkse den bouwde deze kunstenaar een stelling in Brugge.

De boom Windswept van Els Dietvorst op het strand van Oostduinkerke


Ipad-schilderij van David Hockney


En dan had Kek het nog niet over Spilliaert zijn bomen …


Regelmatig passeren op de tuinscheurkalender berichtjes over bomen.
Het eerste dat de aandacht trok, op 2 november, was dat over veteraanbomen.
Den Haag heeft sinds oktober 2019 officieel een veteraanboom: 
een eeuwenoude linde op het domein Clingendael.


De foto’s komen van de website dendrologie.nl, maar als Kek nog eens in Den Haag komt gaat ze zeker zelf een foto maken!

De leeftijd van de boom wordt geschat op 290 jaar, maar dat is mogelijk meer, 
gezien zijn vitaliteit.
Een spreekwoord in Engeland zegt:
“Een eik groeit 300 jaar, rust 300 jaar en sterft 300 jaar”.
In Engeland hebben ze veel respect voor oude bomen, ze krijgen er de tijd om gracieus te sterven.
Ondertussen in ook een Natuurpuntafdeling bezig veteraanbomen in Vlaams Brabant in kaart te brengen!
Kijk hier!


Volgens het blaadje van 2 december kregen 5 etagebomen  in Vlaanderen de titel van beschermd monument. 
Een ervan stond – ja, want twee weken na de erkenning waaide hij om- in Nukerke, deelgemeente van Maarkedal.
Het was een Hollandse linde (Tilia x europaea). Boomkunstenaar Thijs Van der Linden maakte er een kunstwerk van.


Het kalenderblaadje van 7 december gaat over de vogelkers, of juister de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina).
Blijkbaar eten ondertussen veel vogels de bessen en zijn er meer dan 60 insectensoorten die direct of indirect van de boom leven. De boom levert ook rijk en goed afbreekbaar strooisel en heeft een vroege rijke bloei en vruchtzetting.
Omdat uitroeien toch niet gaat lukken (toen Kek studeerde, een eeuwigheid geleden, dacht men nog dat dat ging kunnen) bekijkt men nu eerst de specifieke situatie op elke locatie met Amerikaanse vogelkers.
Daar is, in 2019, een heuse ‘beslisboom’ voor uitgewerkt, om beheerders van natuurgebieden in hun beslissing te helpen.
Hier is die boom te vinden!

In Schilde wonen is leuk, niet in het minst omwille van de vele bomen.
Het is echter wel hallucinant om te zien hoe snel het, ook hier, verandert.
Bomen moeten overal om. 
En niet alleen waar een huis moet komen op een perceel …


De bouwpercelen die nu te koop worden aangeboden, liggen meestal al een hele tijd braak, zodat er niet alleen bomen, maar een heel ecosysteem verloren gaat bij de bouw van weer een huis met een gazon.
Het doet zeer aan Kek haar hart.
Als ze niet om mogen, de bomen -soms is de gemeente eens een keertje streng- dan worden ze zodanig gesnoeid dat ze na een paar jaar wel gewoon dood gaan.


En dan zijn er al de bomen die elk jaar opnieuw voor Kerst moeten sneuvelen …
Normaalgezien snijden we hier wat takken van een den of een taxus om een soort van kerstboom in huis te zetten, maar dit jaar kreeg Kek een dennenboompje uit de Liereman in Oud-Turnhout.
Natuurpunt beheert het gebied en een van de maatregelen is de opslag aan dennen verwijderen.

Blijkbaar waren er bij Inverde vorig jaar ook kerstberken te verkrijgen.
De kerstberk is een restproduct uit duurzaam bosbeheer.
Om trager groeiende eiken meer kans te geven, worden jonge berkjes omgelegd. 
In plaats van ze ter plekke te laten liggen, worden ze verkocht als alternatief voor de traditionele kerstboom.
Dit jaar is de actie precies al niet langer doorgegaan…

Kek hoopt in elk geval iets van haar bomenliefde door te geven aan haar kleinkinderen!


Aan een boom in het Vondelpark 

Er is een boom geveld met lange groene lokken.
Hij zuchtte ruisend als een kind
terwijl hij viel, nog vol van zomerwind.
Ik heb de kar gezien, die hem heeft weggetrokken.

O, als een jonge man, als Hector aan de zegewagen,
met slepend haar en met de geur van jeugd
stromende uit zijn schone wonden,
het jonge hoofd nogongeschonden,
de trotse romp nog onverslagen.

M. Vasalis
Vergezichten en gezichten
1954
Standaard
bedenkingen, Wandelen/natuur

Mister FROSHO is terug

Wat een maand geleden misschien nog te ontkennen viel, is ondertussen meer dan duidelijk: Kek wordt voor de tweede keer geplaagd door een frozen shoulder.
In 2018 was links aan de beurt, kijk!
Nu is het rechts.
Als ervaringsdeskundige is Kek er deze keer snel bij om een diagnose te stellen. 
Daardoor is ze zelfs al met kine begonnen, nu de pijn nog niet heel erg is.
Ze hoopt dat oefenen tijdens de eerste fase de ernst en de duur van volgende fasen zal verminderen. 
Ze hoopt ook dat het rechts minder erg zal worden dan links, 
omdat ‘blijven bewegen’ toch overal als ‘goed’ beschreven wordt, 
en ze sowieso meer dingen doet met haar rechterarm, zijnde rechtshandig.
Enfin, hoop doet leven…
Het allerergste is eigenlijk slecht slapen, nog slechter slapen dan gewoonlijk dus.
Maar, in elk geval moeten er deze keer geen avontuurlijke reizen geannuleerd worden, met dank aan Corona.
Er kan gelukkig nog gewandeld worden 


(de lente laat zich hier en daar al zien en horen)
en kunnen er amfibieën overgezet worden.

Dat overzetseizoen van 2021 gaat er weer een heel raar worden, 
door de afwisseling van dagen met vrij milde temperaturen, 
en dagen met temperaturen rond het vriespunt.

In de sneeuw valt niet veel te rapen, maar dan is het ineens wat minder koud en zitten er meer dan twintig salamanders per emmer…

Ondanks alle onderbrekingen door sneeuw en koude en droogte, zitten we toch al aan een respectabel aantal dieren!

De kikkers doen het heel goed in De Pont, maar laten het afweten in de Rode dreef.
Voor de salamanders, in het bijzonder de Alpenwatersalamanders en de Kleine Watersalamanders, is het alleszins al een succesjaar!


Nog een paar weken te gaan, maar als het nu zacht en warm wordt, 
kan de overzet ineens voorbij zijn!

Standaard
bedenkingen, Snor

Gemis

Als het laatste jaar ons iets geleerd heeft, 
dan is het wel missen.
Voor zover we dat kunnen leren, natuurlijk …
We missen de kleinkinderen,
de kinderen,
de vrienden.
We missen feesten en familieweekends, 
we missen de geefwinkel.
We missen concerten en theatervoorstellingen,
een museum à l’improviste,
eens ergens gaan eten, 
of alleen maar iets drinken.
We willen wel nog eens een meerdaagse citytrip,
of eindelijk die verre reis…
Kek heeft ondertussen al zoveel van de rust kunnen genieten, 
dat ze moeilijk terug zal wennen aan een volle agenda.
Maar zo ver is het bijlange nog niet, 
nu Britse en Zuid-Afrikaanse varianten voor extra Corona-stress zorgen en
de vaccinatie niet zo vlot als gedroomd verloopt.

Tel bij al dat gemis ook nog het ánder gemis, 
dat op 14 februari al een eerste lustrum ‘viert’.
Dát is eigenlijk nergens mee te vergelijken.
Bij beslissingen ontbreken toetssteen en referentiekader.
Alleen lijkt alles een loodzware verantwoordelijkheid.
Alles alleen …
En het is niet dat Snor en Kek het altijd en overal over eens waren, 
verre van,
maar we hadden toch een tweezaamheid waar we meer dan 40 jaar
samen in gegroeid waren.
Gelukkig is er nu nog onze (uitgebreide) achtzaamheid!

Snor zijn gevleugelde woorden fladderen nog steeds rond.
We stappen ‘mannelijk’ door en houden ons gerief ‘fatsoenlijk’ vast aan tafel.
Zo ‘werkt’ Kek steevast ‘alle resten op’ en
kruipt ze nog elke avond ‘in hare nest’.
Ze produceert af en toe ‘een streepje muziek’, 
permitteert zich zeer uitzonderlijk ‘een echte zotternij’,
maar ‘zotte kosten’? 
Neen, dat niet, dat zou ‘pure waanzin’ zijn.
En dat de mannekes ‘goe bezig zijn’ is een feit,
geen ‘halfsegats’ gedoe.
‘Op een volle buik staat (nog steeds) een vrolijk hoofd’, 
we eten nog altijd ‘groensels met groensels’ ondanks dat die ‘niet ver dragen’ 
en vragen we ons bij het eten af: ‘groeit dat hier’.
Als we ziek zijn of ergens pijn hebben, en ‘het is vanzelf gekomen, dan zal het ook vanzelf weer weggaan’.
We krijgen nog ‘tekens van God’ alhoewel Kek zich al vaak heeft afgevraagd of het nu eigenlijk geen ‘tekens van Snor’ zijn.



Lillo – 2012

14 februari, een lustrum al,
alleen, 
maar nog veel om gelukkig van te zijn.

De zon scheen en de eekhoorn en de mier zaten in het gras aan de oever van de rivier. Boven hen ruiste de wilg, voor hen kabbelde het water, terwijl in de verte de lijster zong.
‘Volgens mij,’ zei de eekhoorn, ‘ben ik nu gelukkig.’
De mier zweeg en kauwde op een grassprietje.
‘Ik denk,’ zei de eekhoorn, ‘dat ik nooit gelukkiger kan zijn dan nu.’
‘Nou…’ zei de mier. ‘En als er nu eens een honingtaart voorbij zou komen vliegen met een briefje erop: voor de eekhoorn en de mier…?’
‘Ja,’ zei de eekhoorn. ‘Dan zou ik nóg gelukkiger zijn. Maar gelukkiger dan dán is onmogelijk.’
‘Nou…’ zei de mier. ‘Als ik nu eens van plan was op reis te gaan en ik zou zeggen: eekhoorn, ik ga niet, ik blijf bij jou, goed?…’
‘Ja,’ zei de eekhoorn. ‘Je hebt gelijk. Dan zou ik nog gelukkiger zijn…’
‘En als de krekel vanavond een heel groot feest gaf, en als je nu plotseling een brief met een uitnodiging van de walvis kreeg, en als de zon vandaag niet meer onder zou gaan, en als alles rook naar verse beukennoten…?’
De eekhoorn zweeg. Hij keek naar het glinsterende water en dacht: dus ik ben eigenlijk helemaal niet zo gelukkig…
Hij keek schuin opzij naar de mier. Maar de mier had zijn ogen dicht, kauwde op het grassprietje en liet de zon op zijn gezicht schijnen.
Wat ben ik dan? dacht de eekhoorn. Als ik niet heel gelukkig ben… 
Het was alsof er een wolk voor zijn gezicht schoof. Hij wist geen antwoord op die vraag.
In de verte zweeg de lijster en begon de nachtegaal te zingen, zomaar, midden op de dag. Hé, dacht de eekhoorn, wat zijn dat? Hij voelde iets bewegen in zijn ogen. Tranen? dacht hij. Zijn dat tranen? Hij zuchtte diep, vouwde zijn staart onder zijn achterhoofd en keek naar de lucht. Ik zal maar niet meer denken, dacht hij. Maar hij wist dat dat heel moeilijk was.
Zo lagen zij daar naast elkaar in het gras aan de oever van de rivier, de mier en de eekhoorn.
‘Wat liggen wij hier heerlijk, eekhoorn,’ zei de mier na een hele tijd.
De eekhoorn zei niets.
‘Ik heb nog nooit zo heerlijk gelegen,’ zei de mier.
Ik wou, dacht de eekhoorn, dat ik eens één keer op een tak zat, met mijn knieën over elkaar en dat de mier beneden stond en naar boven riep: je hebt gelijk, eekhoorn, ik geef het toe, je hebt helemaal gelijk…
De zon zakte langzaam naar omlaag, de rivier kabbelde en in de verte zong de merel. De eekhoorn keek maar en luisterde maar en dacht verder niets.

Toon Tellegen – Na aan het hart – Dierenverhalen vol vriendschap


Oahu – 2012

En over ‘gevleugelde woorden’ gaat onderstaand gedicht!
Het is van Jan Eijkelboom en komt uit de bundel Tweede ronde uit 1990.

Woordjes leren

Jongens, heb je verdriet,
sprak toen de leraar Grieks,

Dan moet je woordjes leren, woordjes
leren. Hij knikte energiek

zodat er as viel op zijn vest,
maar dat was toch al vies.

Wij lachten half vertederd,
half meewarig, want tragiek

daar wist je alles van en hij,
heel oud, haast vijftig, niets.

En dat het overging als je maar
woordjes leerde, dat was iets

zo absurds, zo dolkomieks
Dát het in omloop kwam als een

gevleugeld woord. Het klapwiekt 
nu verdrietig om mij heen

omdat ik later woordjes leerde
waarmee je ‘t monster kunt bezweren

en ik hem niet meer zeggen kan
hoe ik soms naar die stem verlang,
naar dat onhandig advies.

Tegenwoordig zou men dat een ‘meme’ noemen?

Standaard