Eten, tuin, Uncategorized

Een eetbare tuin

Een voedselbos aanleggen is al een tijdlang helemaal in, 
alleszins in sommige kringen,
en dus komt hier ook maar eens een eet-tuinpost!

Kek haar tuin wordt immers meer en meer een eetbare tuin.
Geen voedselbos, dat is waar, alhoewel …
Eetbaar in elk geval en niet alleen voor de mens, 
maar zeker ook voor vogels, egels, hommels, bijen, vlinders …
Spijtig genoeg komen ook minder gewenste gasten langs, 
zoals slakken en ratten.
Ook met duiven heeft Kek het wat moeilijk: 
het zijn echte stropers als ze beginnen!

Er is voor die eetbare tuin eigenlijk nooit een echt plan geweest. 
Toen we hier in 1984 kwamen wonen, stonden er in de parkachtige tuin een wilde en een tamme kastanje en verder vooral veel sparren, berken, rododendrons, paplaurieren …
Ook Japanse kweeappel en mahoniestruiken.
Paplaurieren hebben we geleidelijk uitgedaan, de sparren zijn ook uitgedaan of afgestorven, mahonie en kweeappel mochten blijven. 


mahonie, een heel goeie bijenplant!

Ze zijn allebei niet echt mooi, maar wel goede insectenplanten!
Ook berken en een groep rhododendrons staan er nog. 
Miel vindt bloeiende rhododendrons ‘het mooiste dat er bestaat’, dus!
En berken … Kek houdt van berken.

Al de eerste jaren zijn we begonnen met fruitbomen aanplanten:
– appelbomen, halfstammen en een hoogstam (notarisappel)
– pruimenbomen, reine Claudes en een paarse pruim, en later een Kempische pruim.
– perzikbomen, die er vanaf het begin als een oud mannetje uitzagen en ondertussen afgestorven zijn (een paar zaailingen zijn nu aan het groeien)
– kersenbomen, waar uitsluitend de vogels plezier van hebben,
– een witte en een rode moerbei

Ook bessenstruiken werden in veel soorten aangeplant:
– rode, witte, roze en zwarte aalbes, sommige nog uit Aalter meegebracht
– stekelbes 
– Amerikaanse bosbes, verschillende variëteiten,
– gele kornoelje
– kiwi (dat is niet echt een struik),
– later kwamen daar nog Jostabes bij, en frambozen

Rond de fruitbomen werden bloembollen in de grond gestoken: 
tulpen, narcissen, druifjes, krokussen, wilde hyacinthen, …
De krokussen hebben zich ondertussen zeer uitbundig verbreid. 

In het voorjaar zijn ze een echt festijn voor hommels en bijen.
Hazelaars hebben we ook aangeplant, een paar okkernoten, en een linde.

Omdat Snor ook imker was gingen we vaak naar plantenruildagen van imkersverenigingen. Altijd kwamen we dan thuis met een nieuwe voorraad bijenplanten. 

Rond 2000 werd een bosje sleedoorn en zuurbes aangeplant.
En nog wat later kwam er ook een vogelbosje bij met vlier, meidoorn, gele kornoelje, kardinaalsmuts en spork oftewel vuilboom.
En we mogen zeker de twee Nashipeer bomen of Japanse perenbomen niet vergeten te vermelden! Snor heeft ze opgekweekt vanuit zaadjes van een gekochte Japanse peer!

Uiteraard heeft Kek ook een moestuin en heeft ze kruiden in haar tuin!
Niet alle groenten lukken even goed. 
Kek probeert alles een paar keer, en wat niet lukt, daar steekt ze geen energie meer in.
De beste teelten, en zeker ook de makkelijkste zijn aardappelen, aardperen, labbonen, erwten, bonen, pompoen en courgette, snijbiet, andijvie en Nieuw Zeelandse spinazie.
Rucola, postelein, mosterdzaad, melde … worden met wisselend succes gezaaid.
Een beetje buiten categorie is rabarber. Die groeit hier erg goed. 
Aardbeien groeien ook goed, maar daar zijn de vogels meestal mee weg voor ze rijp zijn!

Omdat Kek van nature een luie tuinier is zijn de belangrijkste eisen die hier aan planten gesteld worden de volgende:

– het moeten makkelijke planten zijn. Iets dat dagelijks aandacht nodig heeft of speciale verzorging, is absoluut geen optie. Meerjarige of overblijvende planten zoals rabarber en groene asperges, 
of kruiden als tijm, munt, citroenmelisse, salie, … zijn daarom super. 
Ook Nieuw-Zeelandse spinazie, die zichzelf uitzaait en dus elk jaar helemaal vanzelf terugkomt, is geweldig!
Die staat dan wel zowat overal tussen, maar dat hindert niet.

– ze moeten een redelijke opbrengst geven.
Wat dat betreft zijn bvb labbonen ‘op het randje’.

– ze moeten lekker en/of voedzaam zijn voor tenminste mens of vogel of insect.

Er zijn planten die zich gewoon heel gemakkelijk verspreiden! 
Veel mensen noemen dat onkruid
Ze komen overal uit, woekeren niet, geven kleur door de bloemen, trekken bestuivers aan, leveren eetbare blaadjes, …
Denk bvb aan vergeet-mij-nietjes, hondsdraf, paarse dovenetel, bloedzuring, roomse kervel, daslook, judaspenning, koekoeksbloem, stinkende gouwe …
en nog heel wat andere!
Kijk misschien nog eens naar deze blog van vorige lente!

Het is gewoon zalig om al in het voorjaar al een vergiet ‘blaadjes’ voor sla of soep te kunnen verzamelen!
Hierbij een pluk van deze tijd: daslook, bieslook, kervel, zuring, brandnetel, hondsdraf,  …


Staan er dan in Kek haar tuin geen planten ‘gewoon omdat ze mooi zijn’?
Toch, toch!
Kek heeft bvb een zwak voor hortensia’s (die zonder gevulde bloemen tenminste) en ook de elfenbloem vindt ze prachtig!

Bloeiende fruitbomen zijn ook bijzonder: zo wit en geurend.


In deze opsomming ontbreken nog heel veel fantastische planten, 
maar in een aantal blogs (wat bloeit er in mijnen hof) van vorig jaar kwamen die al wel langs! Kijk misschien eens hier of hier!
De reeks was een poging tot inventarisatie van de tuin …

In elk geval: een eetbare tuin is een fantastisch bezit!

Standaard
bedenkingen, Wandelen/natuur

Mister FROSHO is terug

Wat een maand geleden misschien nog te ontkennen viel, is ondertussen meer dan duidelijk: Kek wordt voor de tweede keer geplaagd door een frozen shoulder.
In 2018 was links aan de beurt, kijk!
Nu is het rechts.
Als ervaringsdeskundige is Kek er deze keer snel bij om een diagnose te stellen. 
Daardoor is ze zelfs al met kine begonnen, nu de pijn nog niet heel erg is.
Ze hoopt dat oefenen tijdens de eerste fase de ernst en de duur van volgende fasen zal verminderen. 
Ze hoopt ook dat het rechts minder erg zal worden dan links, 
omdat ‘blijven bewegen’ toch overal als ‘goed’ beschreven wordt, 
en ze sowieso meer dingen doet met haar rechterarm, zijnde rechtshandig.
Enfin, hoop doet leven…
Het allerergste is eigenlijk slecht slapen, nog slechter slapen dan gewoonlijk dus.
Maar, in elk geval moeten er deze keer geen avontuurlijke reizen geannuleerd worden, met dank aan Corona.
Er kan gelukkig nog gewandeld worden 


(de lente laat zich hier en daar al zien en horen)
en kunnen er amfibieën overgezet worden.

Dat overzetseizoen van 2021 gaat er weer een heel raar worden, 
door de afwisseling van dagen met vrij milde temperaturen, 
en dagen met temperaturen rond het vriespunt.

In de sneeuw valt niet veel te rapen, maar dan is het ineens wat minder koud en zitten er meer dan twintig salamanders per emmer…

Ondanks alle onderbrekingen door sneeuw en koude en droogte, zitten we toch al aan een respectabel aantal dieren!

De kikkers doen het heel goed in De Pont, maar laten het afweten in de Rode dreef.
Voor de salamanders, in het bijzonder de Alpenwatersalamanders en de Kleine Watersalamanders, is het alleszins al een succesjaar!


Nog een paar weken te gaan, maar als het nu zacht en warm wordt, 
kan de overzet ineens voorbij zijn!

Standaard
Uitjes

Een tentoonstelling, eindelijk!

Als (bijna) elke dag op de vorige, en die daarvoor lijkt,
Als dagen verdampen zonder dat er iets gebeurt,
Als dan toch weer ineens een week of een maand voorbij is,
Als er het laatste jaar steeds weer dezelfde wandelingen en dezelfde foto’s gemaakt worden,
Als we concerten nog altijd online moeten meemaken,
En het zonder feesten moeten stellen,
Dan doet het deugd om eindelijk weer eens naar een tentoonstelling te trekken!


Doppe tipte Martine Franck in het fotomuseum Antwerpen met deze woorden:
 “Het was de moeite! Dat moet een bijzondere vrouw geweest zijn, met een hele mooie en empathische blik op de wereld en z’n mensen.”
Meer heeft Kek niet nodig en beter kan ze het ook niet samenvatten.
Op naar het fotomuseum ofte het FOMU!
(Op een donderdagmiddag was het er zeer rustig)

Naar de foto’s van Martine Franck kunt ge blijven kijken.
Haar portretten zijn zo respectvol!




Ze heeft oog voor detail!





Kek vindt ook haar fotoreeks over Tory Island zeer boeiend.
Martine Franck heeft in 1996 een prachtig beeld van de natuur en de eilandbewoners gemaakt. Kek vraagt zich af hoe sterk het eiland in 25 jaar veranderd is.
Het is een veeg teken dat het ondertussen (een beetje?) een toeristische attractie geworden is. Googel maar eens …

Een introductie over Martine Franck staat op de webstek van het FOMU: kijk hier!

Een citaat om af te sluiten:

Ook de tweede dame waarvan werk te zien is, Lynne Cohen, is een fascinerende en erg begeesterende vrouw! 
Ze fotografeert bijna naakte interieurs van zeer uiteenlopende plaatsen.
Ze is geïnteresseerd in het uitzicht van plaatsen waar mensen hun tijd doorbrengen.
Dat gaat van woonkamers, wachtkamers, fitnessruimtes, … tot schietkamers in een politiebureau.
Op de tentoonstelling is Lynne Cohen in een korte introductiefilm zelf aan het woord. 
Het is zeker interessant om eerst naar haar uitleg te luisteren en pas daarna haar foto’s te bekijken. 



Lynne Cohen over bovenstaande foto

Beide tentoonstellingen lopen volgens de website van het fotomuseum nog tot 18 april 2021. Nog even tijd, dus.

Wie naar het FOMU gaat, kan ook een kijkje nemen bij de werken aan de Gedempte Zuiderdokken!
Na een jaar stilgelegen te hebben zijn ze nu met man en macht terug beginnen voortdoen.



Standaard