Lezen, het kwam er niet meer van.
Van wanneer dateert Kek haar laatste leespost?
Al van april 2020?
Sinds 14 april is er hier echt amper nog gelezen en dat is eigenlijk niet te vatten …
Kek haalde stapels boeken uit de bib,
en bracht ze op enkele uitzonderingen na, ongelezen terug.
Tijdgebrek? Concentratieprobleem? Geen goeie boeken?

Het lezen is voorzichtig ‘gekanteld’ met Madame Pylinska.

Het boek Madame Pylinska en het geheim van Chopin werd Zoé aangeraden door een leerling, en Zoé raadde het mij aan.
Zijnde een dun boekje, zag Kek het wel zitten om het eens te lezen.
Op naar de bibliotheek, dus.
Eens Kek doorhad waar ze juist moest zoeken – niet bij Smith maar bij Schmitt – stond net iemand anders bij de SCHM te kijken.
En ongelooflijk maar waar, de kijkdame nam Madame Pylinska mee.
Kek koos dan maar een ander boekje van Eric-Emmanuel Schmitt:
Meneer Ibrahim en de bloemen van de Koran.

Het dunne boekje laat zich makkelijk lezen.
Het is een soort van sprookje en het gaat over verdraagzaamheid en vriendschap,
vriendschap waarbij leeftijd en religie geen rol spelen.
Soms gebeuren er absurde zaken,
maar dat hindert niet,
in een sprookje.
Ook het ‘happy end’ is sprookjesachtig.
Bij de tweede doortocht in de bib, een maand of wat later zat Madame Pylinska op haar plek! En behalve een leuk portret van een ietwat vreemde pianolerares krijgen we les in interpretatie van de muziek van Chopin.
Het boek zit daarnaast ook vol levenslessen, die zeker in deze Coronatijden niet te versmaden zijn …
Het is allicht geen hoogstaande literatuur, maar deze verhalen zijn toch wel de moeite!
Kek is alleszins blij dat ze Eric-Emmanuel Schmitt leerde kennen.
Van Kris Van Steenbergen las Kek eerder Woesten en Blindelings!
Ze vond beide boeken schitterend.
De advocaat en de zeiler is door twee auteurs geschreven.
Kek kan zich dat niet goed voorstellen, hoe dat dan werkt.
Het resultaat is in elk geval de moeite.

Eigenlijk wou ze De advocaat en de zeiler vooral lezen omdat ze een verslag vermoedde
over de zeewandeling van Bray Dunes naar Cadzand.
Dat is de zeewandeling die Snor en Kek jaarlijks deden,
zij het meestal in de andere richting,
en die Kek nu al een paar keer alleen deed.
Daar gaat het boek uiteindelijk niet over, en in elk geval eindigt de bewuste zeewandeling al in Oostende,
in de buurt van Altar,
het kunstwerk van Kris Martin op het strand.

Waar het dan wel over gaat?
Over een bijzondere vriendschap tussen twee jongens, later mannen, en een meisje, later vrouw, waar uiteindelijk een van de twee mee trouwt.
Er is ook nog een hond die met de twee meeloopt over het strand, en waarover geleidelijk meer te ontdekken valt.
Meer kan Kek niet zeggen, omdat anders het verhaal al ten dele verklapt wordt.
In elk geval, het is een bijzonder boek met ook een bijzondere omslagfoto:
Mer Grosse van Thierry De Cordier.
Kek is al járen fan van deze uit Oudenaarde afkomstige kunstenaar!
Het boek is in een ruk uitgelezen, en dat zegt ook wel iets.

En dan kreeg Kek van een vriendin Wildevrouw van Jeroen Olyslagers cadeau.
Het duurde even om in het verhaal te raken,
en in de sfeer van het 16de eeuwse Antwerpen,
maar wat een fenomenaal werk is dit!
Het verhaal van de herbergier, heer Beer, lijkt onwaarschijnlijk,
en speelt zich af in een stad zoals we ons die nu nog amper kunnen voorstellen.
Maar gezien Jeroen Olyslagers een geschiedkundige is …
De Spaanse moordpartij, de beeldenstorm, … je kunt het aan den lijve voelen.
En dat Antwerpenaren toen al vonden dat Antwerpen ‘de navel van de wereld is’ verbaast Kek minstens een klein beetje.
Het boek is de meest beklijvende geschiedenisles die Kek ooit heeft gehad.
Het gaat -naast het kleurrijk beeld van Antwerpen in de zestiende eeuw- ook over menselijkheid en over typisch menselijke gevoelens.
Over gevoelens die van alle tijden zijn zoals
krampachtig ergens willen bijhoren, angst voor vreemden, wantrouwen in de overheid, eenzaamheid, aanvaarding.
En over de rol van religie in ruzie en oorlog …
Uiteindelijk is er niet veel nieuws onder de zon?
Benieuwd hoeveel prijzen Wildevrouw zal krijgen!
Ook twee vrij recente poëzie bundels kwamen mee van de bib!

Kek kijkt altijd uit naar nieuw werk van Erwin Mortier en was dan ook blij met Precieuze mechanieken.
Hij schrijft ondermeer aan zijn overleden moeder:
Waarom zijn wij pratende primaten geworden,
waarom heeft de hele bedrading van ons zenuwstelsel nood
aan een geest die weet dat hij bestaat?
Ma, lieve mama, daar in uw solarium
op het zilverwitte strand
van Andromeda, moederke lief,
je zoon heeft nog vragen.
In de laatste cyclus van het boek schrijft zijn moeder ook terug.
Kek denkt dat ze al bij al wel meer van zijn poëtisch proza
dan van zijn prozaïsche poëzie houdt.

De Utrechtse dichter Ingmar Heyze komt in Elders in de wereld soms grimmig uit de hoek,
maar doet dat nooit zonder humor.
Hij is grappig en heeft een bijzonder scherpe blik.
Kek is grote fan… en geeft er jullie eentje te lezen:
BRUILOFT
Blijf weg van de bruiloft. Daar zijn twee mensen
die je niet wilt spreken. Er is een oom die moppen
tapt, een tante die een zelf vertaald liedje zingt,
een oma die iedereen aanklampt en zegt:
‘Dat ik dit nog mag meemaken.’
Er komt een ex die alle flessen op tafel ziet
en denkt: dat is niet genoeg. Er zijn kinderen
die rennen, schreeuwen, stampen, vallen, huilen
en naar huis worden gebracht. Er zijn mannen
die barsten in elkaars schouders slaan.
Er zijn zwermende vrouwen met minder genade
dan guillotines. Er is een passant die spijbelt
van een crematie. Er is iemand die het bos
inloopt, glas in de hand, en nooit
meer wordt gezien.
Allez, nog een kortje, om het af te leren…
PRIVÉGENESIS
Mijn moeder hield haar ogen open
bij het bidden voor het eten
in de kazerne.
Iedereen bad, behalve een man
tegenover haar; ze keken elkaar aan
over een tafel vol soldaten
met hun ogen dicht.
Ik heb nooit bestaan op twee paar
open ogen na.
Om af te sluiten: een boek uit de oude doos!
Omdat Kek haar douche, na een lek daterend van eind oktober,
nog steeds niet is hersteld
en ze dus af en toe in het bad duikt,
en omdat ze geen geduld heeft om daar lang in te blijven maar
dat toch wel vindt ‘moeten’,
zocht en vond ze wat badlectuur in een afgevoerd boekje uit de bib van Schilde:
Tien vrolijke verhalen van Gerard Reve,
voor het eerst gedrukt in 1961.
Vroeger al ooit met plezier gelezen, nu dus opnieuw!
Elk verhaal is goed voor één badsessie.
Het eerste verhaal is een fictief interview met de schrijver zelf.
Hierin kan Reve zijn ongezouten mening over literatuur kwijt.
De verhalen zijn bijzonder goed geschreven, beetje luguber maar elke keer verrassend.


En dan valt ook de DADA in de bus en die gaat over Banksy!
Na lectuur van dit nummer, kunt ge enkel nog een grotere fan van Banksy worden.
Kek is blij dat ze vorig jaar een abonnement genomen heeft op dat tijdschrift…
