Wandelen/natuur

Al twee weken: ochtendglorencoronawandeling

Kek is wakker als het licht wordt, meestal zelfs vroeger.
Sinds het begin van ‘social distancing’ gaat ze elke ochtend vroeg wandelen, lees: vertrekken ten laatste om 6:30.
Zeg maar een ochtendglorenwandeling, 
en dat gloren is sinds 12 maart al serieus vervroegd.
Hoe vroeger het wandelen, hoe langer en ook minder afgelijnd de schaduwen zijn.



Het zijn mooie lentedagen,
met heerlijke ochtenden,
mooi licht (echt gloren),
stilte, 
veel vogelgeluid, 
slierten geuren,
een enkele jogger of hondenuitlater, 
een paar fietsers langs het kanaal …

Op de terugweg, bijna thuis, ziet Kek al elke dag een man met heel grote handschoenen aan, bijna ovenwanten.
Terwijl hij stapt zwaaien die wanten energiek heen en weer.
We deden al een paar keer een kort babbeltje, elk aan één kant van de straat.
De handschoenenman gaat elke dag de fit-o-meter doen in het park.
Een stipte man, duidelijk: de ontmoetingsplaats is vrijwel elke dag exact dezelfde.

Een andere ontmoeting, tenminste als de wandeltoer langs het Albertkanaal loopt, is een oude man die zijn hond uitlaat. 
Wij doen nog geen babbeltjes, maar de hond kent Kek al.
Afgezien van telefoon, e-mail, messenger en whatsapp zijn het Kek haar enig contacten van de dag.




Bij het vertrek zijn de laatste dagen nog sporen van nachtvorst te zien.
De kou bijt in de neus, maar zodra de zon komt piepen, is de straling voelbaar.

Sporen van nachtvorst op de Russische smeerwortel


Een berijpt grasveldje in de Pont

En zelfs de paardendrollen hebben een laagje ijs!

‘s Morgens is het ‘waarnemen met alle zintuigen’.
Geuren en geluiden zijn intens in de vroege uren
maar die zijn hier niet weer te geven, 
daarom nog wat prentjes..

Dat bomen speciaal zijn kan niet genoeg herhaald worden.
‘Crown shyness’ is eigenlijk een beetje ‘social distancing’ bij bomen.
De kruinen van de bomen raken elkaar niet.
Er bestaan verschillende hypotheses waarom bomen afstand houden.
Hieronder een foto van beuken.
Meer foto’s van crown shyness zijn hier te zien.


Als het echt ‘in de natuur’ van beuken zit om een beetje afstand van hun soortgenoten te houden, dan moeten ze zich in een beukenhaag toch wel redelijk ongemakkelijk zijn?

Wat Kek al even niet meer zag, maar nu op een ochtendwandeling ineens langs de weg in de berm vond: een paar vierkant meter verspreidbladig goudveil (Chrysoplenium alternifolium).
Met dank aan Paul C. voor zijn kritische blik bij de determinatie!
Na zo’n vondst kan de dag beginnen…
Een ochtendwandeling is sowieso een goed begin van de dag!



Standaard
bedenkingen, lezen

Tussentijd, veel tussentijd

Bij ingrijpende gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld de val van de Berlijnse muur of 9/11, is er duidelijk een vóór en een ná.
 Met het coronavirus dat wereldwijd COVID-19 veroorzaakt, zal het zeker niet anders gaan.

De tijd vóór de Corona-lockdown kunnen we ons nog levendig voorstellen.

Over de ’na’ kunnen we alleen nog maar (wilde) voorspellingen maken. 
Ná zal alleszins niet snel meer zoals vóór worden.
‘De mens’ zal een en ander moeten resetten.
Kek stelt zich het ‘na’ voor als een gesnoeide boom of struik: 
het terug uitlopen gebeurt eerst aarzelend, 
maar daarna is er geen houden meer aan.

Ondertussen passen we onze levensstijl, onze dagindeling, ons denkpatroon aan.
We moeten wel.
Eten en kleding worden met de dag eenvoudiger.
Handen zijn properder dan ze ooit geweest zijn.
De onderwerpen van Kek haar blog veranderen.

Want, door de isolatie hebben we tijd, veel tijd…

Kunstenfestival WATOU had in 2015 als thema ‘in de luwte van de tussentijd’.
Het thema in deze tussentijd, althans voor iedereen die -niet-ziek-wel-geïsoleerd- in zijn huis zit, zou wel eens ‘in de luxe van de tussentijd’ kunnen zijn.
We missen natuurlijk heel veel, in die ‘luxe’, maar er komt ook wel een en ander voor in de plaats.

Kek is voor het eerst in jaren weer aan het lezen geslagen.
Het is al een heel stapeltje geworden!


Soms ben ik een ontdekkingsreiziger

Dat boek is al lang in huis. 
Kek had het gekocht omdat ze van Charlotte Peys haar tekentalent houdt.
En er écht niets van wil missen …
Ruth Mellaerts haar schrijfsels mogen er ook wel zijn!
Zalige stukjes om bij weg te dromen en over na te denken!
Een voorbeeldje:

Eldorado

Ergens in het woud ligt een land van goud. De mussen baden er
in zilveren plassen en aan de bomen groeien platina perziken.
De weg naar het land is onbekend en het woud is dichtbegroeid.
Hoe langer we het land zoeken, hoe mooier het wordt.
Steeds wanneer we het niet vinden fonkelt het iets feller.


Na Woesten kwam er van Kris Van Steenbergen Blindelings.
Woesten vond Kek een geweldig mooi boek.
Blindelings geeft een confronterend beeld van mensen die op zoek zijn.
Sommige passages zijn voorspelbaar of misschien een beetje ver gezocht, 
maar het is alleszins een boek waar je wil in voort lezen!


De nieuwe bundel van de onvolprezen Bart Moeyaert,
Helium, lees je niet ‘in één ruk’ uit … 
Allez, de eerste keer wel, 
daarna heeft Kek het al vaak teruggenomen om een gedicht opnieuw te lezen.
Een proevertje (een kort, vermits Kek spreekwoordelijk lui is):

Weg

Je steekt de wereld in je zak.
Je ziet je hart als supermarkt.
Vervallen wordt vervangen.
Tot je een puzzel legt.
Een stukje van de hemel mist.


Merel Morre leerde Kek geheel toevallig kennen. 
Geen idee meer in welke omstandigheden of waar dat was.
In elk geval, Kek bestelde een bundel geluk!
Het zijn luchtige, grappige woordspielereien.
Er staat soms niet veel op één blad,
of op twee blaren




Een vorig leven, als dat geen toepasselijke titel is?

Omdat ze een onvoorwaardelijke fan van Toon Tellegen is en Kek eerder De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne las, kwam dit boekje ook op de leestafel terecht.
In De trein staan de wonderlijke verhalen die zijn grootvader vertelde en die Tellegen nu heeft opgeschreven. 
Voor Kek is het snel duidelijk waar Tellegen zijn schrijverstalent vandaan komt…
Een vorig leven is wel goed, maar minder dan De trein, vindt Kek.
De jonge Tellegen die allerlei bijzondere woorden (zoals ‘opgebaard’ en ‘omgekomen’ en querulant’) in een schriftje schrijft, is een beeld dat niet snel weg zal zijn!
Een vorig leven beschrijft het leven zoals het was in N. kort na WOII. 
De bijzondere zonderling Laagwater speelt door zijn ‘originele’ bijbelverhalen een centrale rol in de herinneringen van Tellegen.
De kinderlijke fascinatie voor God is iets wat Kek zich nog levendig herinnert uit haar eigen lagereschooltijd.


Het meten van de wereld ligt hier ook al een hele tijd te wachten om gelezen te worden.
Het blijkt een geweldige typering van twee grootse wetenschappers die bovendien tijdgenoten waren: Gauss en Von Humboldt.
Het toont het doorzettingsvermogen van toenmalige wetenschappers (einde 18de eeuw) om ondanks tegenwerking en barre omstandigheden toch door te gaan.
Het boek is geestig, spannend en interessant!
Onwaarschijnlijk hoe wervelend Kehlmann dit verhaal vertelt.
Een ‘beste’ boek kiezen, kan Kek niet, maar als ze er uit bovenstaande boeken slechts één mocht bijhouden, dan zou het zeker 
Soms ben ik een ontdekkingsreiziger
zijn.
Op nu naar een volgende stapel boeken …


Standaard
tuin

De lente, ze weet van niets…

Mooie zonnige dagen waren het tijdens de eerste week Corona-isolatie!
Soms als Kek in de tuin bezig is, vergeet ze bijna wat er buiten haar cocon gaande is, 
hoe de waanzin in de ziekenhuizen steeds verder gaat,
hoe gezinnen jonge kinderen moeten bezighouden, 
hoe ouderen in hun WZC niet begrijpen dat niemand op bezoek komt,
hoe mensen die nu ‘gewoon’ ziek zijn zich moeten voelen,

De dagen kabbelen hier voort, 
en tussen de vroege ochtendwandeling naar Schilde park 



en de late avondwandeling naar de brievenbus gebeurt er niet veel.
Plannen genoeg, maar met zoveel tijd mogen die best nog wat vooruitgeschoven worden!

De lente weet gelukkig nog van niets en is er nu écht:

bloesems en bloeiers alom,
frisse geuren,
knoppen van bomen en struiken die op springen staan,
gekwetter en gekweel van vogels,
Kinderstemmen op straat en in tuinen in de buurt,
Het is bijna teveel zaligheid in deze vreemde tijd!

Bij een rondgang langs het pad komt Kek deze kruidachtige bloeiers tegen.
Deze keer wordt het een gewoon lijstje, want zoveel foto’s nemen …

Madelief
Paarse dovenetel
Maarts viooltje
Kleine veldkers
Dagkoekoeksbloem
Maagdenpalm
Witte dovenetel
Ooievaarsbek (Geranium macrorrhizum, een ideale bodembedekker én een mooie bloeier)
Scheefkelk (Arabis procurrens heet deze. Er zijn meerdere scheefkelken, niet allemaal met een volledige Nederlandse naam.)
Rankende helmbloem
Hondsdraf
Speenkruid
Paardenbloem
Gele dovenetel
Gewone veldbies

Toch nog een paar foto’s


Bloesem van Japanse peer (Nashi)
De boom – nog door Snor uit een pitje gekweekt – levert elk jaar weer Nashi peren.


Elfenbloem


Het perenboompje in de moestuin


Bloei van de Lork: dit is een tak die bij vorige storm afgerukt werd en ergens op een takkenhoop ligt.
Straf toch, dat die kegeltjes nog uitlopen.


Op verhakseld materiaal van de sparren: bruine bekerzwam!

Om deze post af te sluiten, een mijmering uit het prachtige boek
Soms ben ik een ontdekkingsreiziger van Ruth Mellaerts.
Eldorado
Ergens in het woud ligt een land van goud. De mussen baden er
in zilveren plassen en aan de bomen groeien platina perziken.
De weg naar het land is onbekend en het woud is dichtbegroeid.
Hoe langer we het land zoeken, hoe mooier het wordt.
Steeds wanneer we het niet vinden fonkelt het iets feller.


Standaard
tuin

Bijna echt lente in mijnen hof!

Ondertussen is het alweer een maand na de vorige tuinpost.
 De bloei begint stilaan op gang te komen.

Na de ‘wilde’ krokussen is het de beurt aan de cultivars!
Met hun dikke, dichte groei houden ze al zeker 40 jaar stand in Kek haar wildernis.


De Kempische pruim bloeit!


En de appelbes


De vleesbes ofte Sarcococca hookeriana geurt heel sterk. 
Vogels zouden verzot zijn op de besjes,
 maar hier staan ze er nog aan van voor de winter!

De narcissen, die Kek elk voorjaar in huis haalt en daarna met succes uitplant, 
moeten tegen een lichte sneeuwval kunnen!
Het is eind februari


Ondertussen is ook maart begonnen, met vrij veel regen, en vooral onvoorspelbaar weer.
Het is wachten op wat zon om foto’s te nemen…
Op 12 maart is de zon er en het ziet er allemaal anders uit!
12 maart is tegelijk de dag waarop België maatregelen tegen het Corona-virus neemt.
Scholen dicht, horeca dicht, … een vreemde realiteit …
Kek, die een maand geleden nog dacht dat het allemaal niet zo’n vaart ging lopen, 
blijft nu ook “in haar kot”.
Het wordt de komende dagen (weken? maanden?):
ik en mijnen hof en mijn kat!
De Narcissen, tête-à-tête

De Mahonie, een goeie bijenplant


De wilde mirabellen, ooit van een plantenruilbeurs meegenomen


Osmanthus x burkwoodii of de schijnhulst is ook een geweldige geurder.

De struik staat wat in de verdrukking, maar hij bloeit zo mooi.

De ondoordringbare sleedoornplantage


Uitgeplante hyacinten komen soms een paar jaar terug en verdwijnen dan stilletjes.
Op de boshyacinten is het nog even wachten.

Druifjes, zo fijn: ze komen elk jaar weerom!


En toch een rozige bloeier: een zaailing van perzik.

Vorige zomer stonden er aan het boompje drie perziken.
Ze waren uiteindelijk gedeeltelijk beschimmeld, maar de ‘goeie’ stukken waren zeer lekker. 
Dit jaar krijgt het zaailingske nog een kans.
Hopelijk komen er nu een paar zonnige dagen, zodat bestuivers hun werk kunnen doen!

Wat Kek zich al vaak heeft afgevraagd:
 wat zou eigenlijk de verklaring zijn dat de meeste voorjaarsbloeiers wit en geel, en soms ook blauwig zijn!
Rood ontbreekt momenteel helemaal in Kek haar tuin.
In Schildepark bloeit het speenkruid en de bosanemoon: ook geel en wit!

De voorjaarsbloeiers hebben ook iets met geur!
Als Kek ‘s avonds een rondje doet in haar tuin, hangen overal slierten fijne tot zwoele en zware geuren.
En de echte lente moet nog komen…

Standaard
Uitjes

Brugge: een (on)gewoon fotoverslag

Of is het misschien een fotozoektocht?

Kek is twee dagen in Brugge voor een concert, en strolt gedurende de dag wat rond.
Om drommen toeristen te ontlopen, moet men ofwel vroeg op stap, 
ofwel de gebaande paden vermijden.
Er is steeds van alles te ontdekken in Brugge:
de sfeer van stille straatjes, 
kerk- en andere torens aan de horizon, 
relicten uit meer religieuze tijden,
onverwachte rustplekken, 
kunstzinnige interventies …





Brugs bier,
en veel water…






Standaard
Uitjes

En dan nu: eten en drinken in Den Haag!

Het is altijd fijn om in een stad te komen waar er, naast een groot cultureel aanbod,
ook meer dan voldoende opties zijn om uitgebreid vegetarisch en veganistisch te eten.
Zo’n stad is Den Haag zeker.

We beginnen op onze eerste middag in de Juni!
Het Junicafé maakt deel uit van het NutsHuis, een onafhankelijk podium voor kunst, cultuur en maatschappij. Het bevindt zich in een oud bankgebouw en ligt vlak bij ons hotel. 

Kek houdt wel van de formule ‘zelf opscheppen en laten wegen’.
Het eten is er niet allemaal vegetarisch, er zijn veganistische opties.
Het is er gezellig, met zicht op de grote binnentuin, en je hebt er gratis water en Vrouwenbier (niet gratis).

’s Avonds eten we in The Leaf.

The Leaf is een kleinschalig, volledig vegetarisch restaurant met grotendeels Aziatische gerechten.
De porties zijn groot, maar nogal zout.

Op dag 2 eten we middags in het restaurant bij het museum Voorlinden.
Enkel de soep en de Baba Ganoush zijn er veganistisch.
De soep is veel te zout en het broodje erbij is heel erg klein.
De Baba ziet er een betere keuze uit.

Na het museumbezoek gaan we iets drinken in de Hortus.
De Hortus is een volledig vegetarisch restaurant, en ook een hotel.
Vorig jaar ging Kek er al eens eten.
We zijn te laat voor de lunchkaart, en eigenlijk te vroeg voor de dinerkaart, maar we krijgen er toch eentje!
Ondanks een aantal veelbelovende suggesties op de kaart, houden het bij iets drinken.
17u is toch wel wat vroeg om al te eten.
Kek kiest voor de mango lassi, Doppe en Anna voor een verse kruidenthee met venkel en gember.
In de Hortus hebben ze een speciaal systeem om thee te severen.
De thee is lekker, de lassi ook!

Eten doen we die avond in de Hagedis, een 100% vegetarisch en biologisch restaurant.
Het is er gezellig druk en de bediening is écht vriendelijk!
Ook het eten is een aanrader. We komen hier zeker terug!


Doppe en Anna kiezen voor het ‘zeewier-tempeh pakketje’ en dat blijkt zeer lekker.
Kek neemt de dagschotel, een auberginelasagna, en ook die is lekker!
Het is er zo gezellig dat we zelfs nog een dessert nemen.
Reserveren is er wel aan te raden. 
Wij deden het en het restaurant zat goed vol toen we arriveerden.

Op dag 3 komen we eindelijk langs de Foam, in de Frederikstraat.
Na het bezoek aan Voorlinden was er te weinig tijd: Foam sluit om 16:30.

Het is een 100% plantaardig ontbijt- en lunchrestaurant.
Omdat het nog te vroeg is om te eten, drinken we er alleen iets. 
De kaart belooft veel!

Onze drankjes zijn lekker!


Voor ons laatste middagmaal gaan we naar het veganistisch restaurant Black Fig.
Kek kiest de burger met frieten. 
Het is even schrikken als het fluo groene broodje aankomt!
Waarom broodjes met spirulina gekleurd worden is een raadsel.
Maar de burger en bijgeleverde guacamole saus zijn smakelijk!
Doppe en Anna kiezen respectievelijk de Fig mix en de Figgy Touch.

In elk restaurant kunnen we met kaart betalen! 
De geldmaat heeft van ons geen bezoek gekregen.

Een adres voor de toekomst: Coffeelicious in de Vos in Tuinstraat.

Kek ging er vorig jaar met Zoé iets drinken, maar was de naam vergeten.
We komen er toevallig langs.

We passeren op weg naar de Foam in de Juffrouw Idastraat, waar de verborgen kerk ligt!

Niets van te zien vanop de straat, maar achterin ligt een prachtige barokke kerk. Het is een schuilkerk uit de tijd dat de katholieke mis verboden was in Nederland.
Juffrouw Ida was één van de ‘klopjes’.
De klopjes gingen bij de katholieken aankloppen als er een mis gevierd werd.
We komen in de kerk binnen, net voor een mis gaat beginnen, maar kunnen toch nog even met de pastoor spreken.
Die verontschuldigt zich dat de kerk er wat ‘triest’ bijligt: het is immers vastenperiode!
Wij vinden het alleszins een mooie stemmige kerk.



Een van de pronkstukken in de verborgen kerk is het orgel!

Het is van Rudolph Garrels. Van zijn hand bestaan er nog maar drie orgels.
Dit exemplaar, het oudste orgel dat Den Haag rijk is, dateert uit 1727.

Zoals bij een vorig bezoek aan Den Haag, sluiten we af met een bezoek aan het Hoofs Hofje. Het is één van de weinige hofjes die vrij toegankelijk zijn!

Volgende keer wil Kek zeker een Hofjeswandeling doen!


Met nog wat ‘Streetart’ sluit dit verslagje af …




Standaard
Uitjes

Ontdekkingen in het Gemeentemuseum in Den Haag

In het Gemeentemuseum, tegenwoordig het Kunstmuseum Den Haag, lopen twee tijdelijke tentoonstellingen.
A.R. Penck – How it works – Een onderzoek naar de visuele methode van de kunstenaar
en
Breitner vs Israels – vrienden en rivalen.

Van geen van de drie kunstenaars heeft Kek al ooit gehoord: we gaan op ontdekking!










Boeiend zijn de werken van Penck zeker, of Kek ze mooi vindt is een andere zaak.
In elk geval zitten er werken tussen waar je kan blijven naar kijken.
A.R. Penck werd in 1939 geboren als Ralph Winkler in Dresden. Toen de Berlijnse Muur werd gebouwd, werd Penck dus een Oost-Duitser en hij geloofde oprecht in de idealen van het communisme.
In een begeleidende tekst in het museum spreken ze van ‘socialistische beeldtaal’.
Penck beschouwde zelf zijn beeldtaal als een soort Esperanto voor de universele mens.
De communistische machthebbers in de DDR moesten er echter niets van weten.
Zijn conflict met de heersende macht leidde ertoe dat hij in 1980 werd uitgewezen.


How it works – 1989

Na een opkikkertje in het cafetaria gaan we naar Breitner vs Israels.
Opvallend meer volk hier dan bij Penck.
De opbouw van de tentoonstelling is leuk.
Telkens wordt een levensfase bekeken en de relatie tussen de twee schilders in die fase.
Ze komen allebei uit den Haag, en kiezen zowat dezelfde onderwerpen.
Waar Breitner duidelijk ruwer en expressiever tewerk gaat, zien we bij Israels fijner werk.
Door hun rivaliteit gaan hun werken in de loop van hun carrière meer naar elkaar toegroeien.

Sleperspaarden in de sneeuw – 1890 – Breitner


Meisjes in de sneeuw – 1894 –  Breitner


Meisje in rode kimono (Geesje Kwak) – 1893 – Breitner



Portret van Nanette Enthoven-Enthoven – 1881 – Israels



Twee meiden op de Lijnbaansgracht in Amsterdam -1894 – Israels


We lopen ook nog even door de vaste collectie en zien enkele oude bekenden terug.
Klik hier voor een verslag van het vorig bezoek aan het gemeentemuseum!


Jongens op vastenavond – 1908 – Münter


Vrouwenkop – 1911 – Jawlensky

Zelfs een paar werken van Louise Bourgeois



Wolken en spelonken – 1982-1989


En een nieuwe naam: Iris Kensmil!


Boeroe#1

Iris Kensmil is een Nederlandse kunstenaar van Surinaamse afkomst.

 Kensmil is geboren in Amsterdam in 1970 en woont en werkt daar ook.

Haar werk focust op de geschiedenis en de emancipatie van de zwarte mens.

Bovenstaand werk maakt deel uit van de reeks ‘Boeroe’.

Nederlanders die in de 19de eeuw naar Suriname trokken om er op het land gewerkten, werden boeroe (boer) genoemd.


En ja, we deden ook andere dingen dan musea bezoeken in Den Haag, maar die twee musea zijn sowieso de moeite!

Standaard
Uitjes

Louise in Den Haag

Louise Bourgeois is een heel goeie aanleiding voor een driedaagse in Den Haag.
Ze heeft een grote overzichtstentoonstelling in museum Voorlinden:  
To Unravel a Torment!
De tentoonstelling overspant zes decennia met veertig sleutelwerken.

Gelukkig zijn er een paar uur zonder regen, zodat we van Den Haag centrum door het Haagse bos naar Wassenaar kunnen wandelen.

Maman is al van op de inrit van het museum zichtbaar!
Het is de grootste spin die Louise ooit gemaakt heeft.
Maman was trouwens voor Kek de eerste kennismaking met Louise Bourgeois.
Het was tijdens Beaufort 2006, toen de spin boven het graf van Ensor in Raversijde stond.
Oostende wou het beeld toen kopen, maar kon geen 2 miljoen euro bijeenkrijgen.

Hieronder een selectie werken, veelzijdig qua materiaalkeuze en thematiek, altijd met een link naar een trauma uit Louise haar jeugd

Zoals in het museum zelf, staan de werken niet in chronologische volgorde.

Hanging Janus with Jacket, 1968


Noir Veine, 1968


Untitled, 1996

Op de sokkel staat wel een titel!

Je t’aime, 2005


In de tentoonstelling zijn ook een aantal Cells aanwezig.
Deze nemen een bijzondere plaats in, in het werk van Louise.
Sommige zitten in metalen draadwerk, andere zijn omgeven door oude deuren en ramen.
Elke cel staat op zichzelf als een verzameling herinneringen.
En zoals meestal in haar werk gaat het on traumatische herinneringen uit haar jeugd.
In elk geval zitten de Cells vol emoties als boosheid, wraaklust, woede, angst, eenzaamheid, …


Guillotine Cell, 1990-1993

Cell I


The destruction of the Father, 1974
Het wordt een sleutelwerk genoemd, waarin de haat voor haar vader centraal staat.
Het is allicht de vader die, in stukken, op de centrale tafel ligt.

I give everything away, 2010

De reeks van zes werken, waarvan hier drie foto’s, maakte ze enkele maanden voor haar dood!
Ze zijn bijna profetisch….

Lady in Waiting, 2003

Wij zijn helemaal tevreden van ons bezoek aan de tentoonstelling.
De zalen zijn niet overladen, de bezoekersbrochure is leerrijk, de film (I do, I undo, I redo) is boeiend!
Zowaar een grote dame is Louise, getormenteerd, eigenwijs, maar nooit zonder humor!

Voor wie nog meer werken wil zien: hier!


En de tentoonstelling in Voorlinden loopt nog tot 5 mei 2020!

Uiteraard hadden we nog andere activiteiten in DenHaag: 
daarover meer in een volgende post!


Standaard