Het is een plan, een plan van jaren her.
Een plan dat nooit is uitgevoerd maar steeds is blijven hangen.
Een plan om ooit eens op te schrijven wat er in de tuin,
lees wildernis, van Kek groeit,
en vooral bloeit.
En in welke volgorde planten er aan beginnen, aan dat bloeien.
Om het weer niet uit te stellen, alvast een begin:
hier komt … de eerste helft van januari!
Veel soeps is het nog niet!
Een paar schamele madeliefjes, een eenzame dagkoekoeksbloem, een veldje paarse dovenetel, een paar planten klein streepzaad, wat viooltjes in een bloembak….



En natuurlijk de geweldige Viburnum tiny!
Zo staan er twee in Kek haar tuin.
Ze geuren en leveren tafelgroen bij winterse feestjes.

De hazelaar begint er ook aan!

En hier en daar steken de krokussen hun kopkes al boven.

De Skimmia ziet er beloftevol uit.

In de moestuin bloeit de bloemkool.
Ze ziet er redelijk verkleumd uit, maar ze bloeit.

Bij toeval ontdekt Kek de aardsterretjes!
Niet zo vroeg en overvloedig als andere jaren – Kek dacht zelfs dat ze verdwenen waren uit haar tuin.
En niet dat we hier over ‘bloeiende planten’ kunnen spreken, natuurlijk.

Wat Kek gewoonweg fantastisch vindt in dit seizoen,
zijn de takkige vertakkingen van de kale bomen.
Die mooie kale-boomsilhouetten…

Onwaarschijnlijk ook hoe tekenaars en schilders dat kunnen vatten in hun kunstwerken!

Werk van Piet Mondriaan 1905
Half januari is het dus nog maar triestig in Kek haar tuin, maar wácht maar…
Voor wie meer wil weten over ‘winterse bloeiers’, hier staat een top tien van de meest getelde bloeiers in Nederland!