Het was puzzelen om een geschikt moment te vinden tussen ‘op reis’, ‘op kamp’, naar Watou, naar zee, een feestje … en we vonden er een!
Kleine jongentjes worden groot, maar vaste waarden zijn nu eenmaal vaste waarden!
Naar de speelgoedwinkel!
Miel heeft zijn zinnen gezet op een berggeit-krijger van Papo.

Niet te vinden in de winkel, maar de mevrouw wil wel iets opzoeken op haar computer en Miel mag achter de de toog mee gaan kijken.
Het blijkt een ‘ram-man’ te zijn, maar sinds 2017 niet meer verkrijgbaar.
De desillusie is groot…
Thuis zoeken we nog verder, maar overal hetzelfde: niet meer leverbaar.
Behalve in Canada, maar daar zijn de verzendkosten hoger dan twee keer de prijs van de krijger zelf.
De andere krijgers vinden geen genade ….
In de tuin werken!
We jagen alle takken die we kunnen vinden door de knabbelaar (lees: verhakselaar)!
We bouwen een egelonderkomen met wat we in de tuin hebben liggen.
Stenen, dakpannen, planken, takken…
Als Doppe ‘s avonds thuiskomt moet ze onmiddellijk het bouwsel gaan bekijken…





De volgende dag bouwen we er nog eentje!
Het is deze keer een meer gesofisticeerd model.

We gieten de planten die het nodig hebben.
We rapen de afgevallen appels.
(Die bruine mag jij rapen, Kek)
We laten de kippen vrij en sturen ze met een lange stok terug in hun hok.
In de tuin werken met sandalen is niet zo simpel, en dus rijdt Kek naar de kringwinkel om laarzen te zoeken.
Niet dat Miel geen laarzen heeft, maar het is handig als er in Kek haar huis ook een paar staat.
Niet te vinden in de kringwinkel.
In de Hubo enkel grote maten…
Na twee winkels hebben we geen zin meer in nog een winkel, en dus doen we verder op sandalen!
We wandelen ‘s avonds naar De Pont, om de paardjes Padan en Tintin een wortel te geven.
Miel draagt de zak, maar Doppe mag de wortels aan de paardjes geven.
Hij heeft er schrik van, en terecht, want tijdens dit bezoek trapt Tintin Kek met zijn achterpoten…

‘Hoe oud worden poezen?’
‘Hoe heette jouw vorige poes? Hoe oud was die?’
‘Is die plant giftig? Alleen als je ze opeet of ook als je er aankomt?’
‘Vangen poezen egeltjes?’
‘Waarom moet je op Pachamama-dag boze geesten uitdrijven?’
‘Bestaan die écht?’
‘Is dit een kortere of een langere weg?’
‘Zitten daar vitamientjes in?’
Naar eigen zeggen lust Miel geen appels (meer), maar als Kek er twee in partjes snijdt, gaan ze toch vlot binnen.
Kiwi’s lust hij wel, bosbessen niet: begrijpe wie kan!
Uiteraard wordt er de laatste dag zijn lievelingskostje klaargemaakt:
dierenpasta met kaassaus. Comfort food!
We kijken de derde Kung Fu Panda film, die we uit de bib haalden.
Gezellig onder een dekentje in de zetel.
Kek en Doppe kunnen niet altijd volgen, maar Miel licht graag toe.
Catan is het nieuwe lievelingsspel,
en hij ‘is er goed in’ want ‘hij wint altijd’!
Dat zijn tegenspelers heel soepel zijn in het ruilen van grondstoffen en hem ‘sparen’ bij het ridderen, valt helemaal niet op!

In het bad is het ZA-LIG.

En wie denkt dat een warm lavendelbad ‘s avonds, na een dag van tuinwerk, een slaperige jongen oplevert, die heeft het mis: er komt een heel wakkere Emiel uit!
‘Gaan we dan nu nog eens Catan spelen?’
En zo zijn de drie keer slapen omgevlogen …